Dank U

Psalm 68: 10 | ♫

Geloofd zij God met diepst ontzag!
Hij overlaadt ons, dag aan dag,
Met Zijne gunstbewijzen;
Die God is onze Zaligheid.
Wie zou die hoogste Majesteit
Dan niet met eerbied prijzen?
Die God is ons een God van heil;
Hij schenkt, uit goedheid, zonder peil,
Ons ’t eeuwig zalig leven;
Hij kan, en wil, en zal in nood,
Zelfs bij het naad’ren van de dood,
Volkomen uitkomst geven.

Psalm 68: 10 | Liedtekst

Psalm 68:10 | ♫ Samenzang
handen-2

Dank U

'Dank U'

Laten we de Heere God danken voor al Zijn Vaderlijke zorg.
Laten wij Hem de eer geven die Hij toekomt als Schepper van hemel en aarde.
Ja, laten we Hem danken dat Hij Zichzelf voor de wereld en dus ook voor mij gaf.

Lees Johannes 3: 16

Danken, bidden kunnen we doen met eigen woorden, maar de Bijbel geeft ons ook voorbeelden. Bij voorbeeld (dank-)liederen van de koning David. Hieronder staan enkele voorbeelden.

Van harte hopen wij dat we als land weer terugkeren tot de Gever van het Leven!

Lees 1 Johannes 1

koeien-weiland-boom-herfst

Dank U

'Dank U' voor de hele schepping en het ontvangen rentmeesterschap

Als ik Uw hemel aanzie, het werk Uwer vingeren, de maan en de sterren, die Gij bereid hebt:
Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, en de zoon des mensen, dat Gij hem bezoekt?
En hebt hem een weinig minder gemaakt dan de engelen, en hebt hem met eer en heerlijkheid gekroond?

Gij doet hem heersen over de werken Uwer handen; Gij hebt alles onder zijn voeten gezet:
Schapen en ossen, die alle; ook mede de dieren des velds,
Het gevogelte des hemels en de vissen der zee; hetgeen de paden der zeeën doorwandelt.
O HEERE, onze Heere, hoe heerlijk is Uw Naam op de ganse aarde!

Psalm 8: 4-10

embryonale-ontwikkeling

Dank U

'Dank U' voor hoe ik gemaakt ben

Ik loof U, omdat ik op een heel vreselijke wijze wonderbaarlijk gemaakt ben; wonderlijk zijn Uw werken; ook weet het mijn ziel zeer wel.

Mijn gebeente was voor U niet verholen, als ik in het verborgene gemaakt ben, en als een borduursel gewrocht ben in de nederste delen der aarde.

Uw ogen hebben mijn ongeformeerde klomp gezien; en al deze dingen waren in Uw boek geschreven, de dagen als zij geformeerd zouden worden, toen nog geen van die was.

Daarom, hoe kostelijk zijn mij, o God, Uw gedachten; hoe machtig veel zijn haar sommen!

Psalm 139: 14-17

tarwe-veld

Dank U

'Dank U' voor de onderhouding van de schepping

LOOF de HEERE, mijn ziel; o HEERE mijn God, Gij zijt zeer groot, Gij zijt bekleed met majesteit en heerlijkheid. […] Hij heeft de aarde gegrond op haar grondvesten; zij zal nimmermeer noch eeuwiglijk wankelen. Gij hadt ze met de afgrond als een kleed overdekt; de wateren stonden boven de bergen. (Bij de zondvloed.) Van Uw schelden vloden zij, zij haastten zich weg voor de stem Uws donders. De bergen rezen op, de dalen daalden, ter plaatse die Gij voor hen gegrond hadt. Gij hebt een paal gesteld, die zij niet overgaan zullen; zij zullen de aarde niet weder bedekken. (Met de regenboog als verbondsteken.) Die de fonteinen uitzendt door de dalen, dat zij tussen de gebergten heen wandelen. Zij drenken al het gedierte des velds; de woudezels breken er hun dorst mede. Bij dezelve woont het gevogelte des hemels, een stem gevende van tussen de takken. Hij drenkt de bergen uit Zijn opperzalen; de aarde wordt verzadigd van de vrucht Uwer werken. Hij doet het gras uitspruiten voor de beesten, en het kruid tot dienst des mensen, doende het brood uit de aarde voortkomen, en de wijn, die het hart des mensen verheugt, doende het aangezicht blinken van olie; en het brood, dat het hart des mensen sterkt. De bomen des HEEREN worden verzadigd, de cederbomen van Libanon, die Hij geplant heeft; alwaar de vogeltjes nestelen; des ooievaars huis zijn de dennenbomen. De hoge bergen zijn voor de steenbokken; de steenrotsen zijn een vertrek voor de konijnen. Hij heeft de maan gemaakt tot de gezette tijden, de zon weet haar ondergang. Gij beschikt de duisternis, en het wordt nacht, in dewelke al het gedierte des wouds uittreedt, de jonge leeuwen, briesende om een roof, en om hun spijze van God te zoeken. De zon opgaande, maken zij zich weg, en liggen neder in hun holen. De mens gaat dan uit tot zijn werk, en naar zijn arbeid tot de avond toe. Hoe groot zijn Uw werken, o HEERE! Gij hebt ze alle met wijsheid gemaakt; het aardrijk is vol van Uw goederen. Deze zee, die groot en wijd van ruimte is, daarin is het wriemelende gedierte, en dat zonder getal, kleine gedierte met grote. Daar wandelen de schepen, en de leviathan, dien Gij geformeerd hebt om daarin te spelen. Zij alle wachten op U, dat Gij hun hun spijze geeft te zijner tijd. Geeft Gij ze hun, zij vergaderen ze; doet Gij Uw hand open, zij worden met goed verzadigd. Verbergt Gij Uw aangezicht, zij worden verschrikt; neemt Gij hun adem weg, zij sterven, en zij keren weder tot hun stof. Zendt Gij Uw Geest uit, zo worden zij geschapen, en Gij vernieuwt het gelaat des aardrijks. De heerlijkheid des HEEREN zij tot in der eeuwigheid; de HEERE verblijde Zich in Zijn werken. […] Ik zal de HEERE zingen in mijn leven; ik zal mijn God psalmzingen, terwijl ik nog ben.

Psalm 104: 1-33

gebroken-koekje

Dank U

‘Dank U’ voor gebedsverhoring

Ik zal de HEERE loven te allen tijde; Zijn lof zal geduriglijk in mijn mond zijn. Mijn ziel zal zich roemen in de HEERE; de zachtmoedigen zullen het horen en verblijd zijn. Maakt de HEERE met mij groot, en laat ons Zijn Naam tezamen verhogen. Ik heb de HEERE gezocht, en Hij heeft mij geantwoord, en mij uit al mijn vrezen gered. Zij hebben op Hem gezien, ja, Hem als een waterstroom aangelopen; en hun aangezichten zijn niet schaamrood geworden. Deze ellendige riep, en de HEERE hoorde; en Hij verloste hem uit al zijn benauwdheden. De engel des HEEREN legert zich rondom degenen die Hem vrezen, en rukt hen uit. Smaakt en ziet dat de HEERE goed is; welgelukzalig is de man die op Hem betrouwt. Vreest de HEERE, gij Zijn heiligen; want die Hem vrezen, hebben geen gebrek. De jonge leeuwen lijden armoede en hongeren, maar die de HEERE zoeken, hebben geen gebrek van enig goed. Komt, gij kinderen, hoort naar mij; ik zal u des HEEREN vreze leren. Wie is de man die lust heeft ten leven, die dagen liefheeft om het goede te zien? Bewaar uw tong van het kwade, en uw lippen van bedrog te spreken. Wijk af van het kwade en doe het goede; zoek de vrede en jaag hem na. De ogen des HEEREN zijn op de rechtvaardigen, en Zijn oren tot hun geroep. Het aangezicht des HEEREN is tegen degenen die kwaad doen, om hun gedachtenis van de aarde uit te roeien. Zij roepen, en de HEERE hoort; en Hij redt hen uit al hun benauwdheden. De HEERE is nabij de gebrokenen van hart, en Hij behoudt de verslagenen van geest. Vele zijn de tegenspoeden des rechtvaardigen, maar uit die alle redt hem de HEERE. Hij bewaart al zijn beenderen; niet één van die wordt gebroken. (Bijv. profetie op Christus.) De boosheid zal de goddeloze doden; en die de rechtvaardige haten, zullen schuldig verklaard worden. De HEERE verlost de ziel Zijner knechten; en allen die op Hem betrouwen, zullen niet schuldig verklaard worden.

Psalm 34: 2-23

eiland-zonsondergang

Dank U

'Dank U' voor de Sterkte die in U te vinden is

Hij is immers mijn Rotssteen en mijn Heil; mijn hoog Vertrek, ik zal niet wankelen. In God is mijn heil en mijn eer; de rotssteen mijner sterkte, mijn toevlucht, is in God. Vertrouwt op Hem te allen tijde, o gij volk; stort ulieder hart uit voor Zijn aangezicht; God is ons een Toevlucht. Sela. Immers zijn de gemene lieden ijdelheid, de grote lieden zijn leugen; in de weegschaal opgewogen, zouden zij tezamen lichter zijn dan de ijdelheid. Vertrouwt niet op onderdrukking, noch op roverij; wordt niet ijdel; als het vermogen overvloedig aanwast, zet er het hart niet op. God heeft één ding gesproken, ik heb dit tweemaal gehoord: dat de sterkte Godes is. En de goedertierenheid, o Heere, is Uwe; want Gij zult een iegelijk vergelden naar zijn werk.

Psalm 62: 7-13

levens-fases-1

Dank U

'Dank U' voor Uw Vaderlijke zorg in heel mijn leven

Want Gij zijt mijn Verwachting, Heere HEERE, mijn Vertrouwen van mijn jeugd aan. Op U heb ik gesteund van de buik aan; van mijner moeders ingewand aan zijt Gij mijn Uithelper; mijn lof is geduriglijk van U. Ik ben velen als een wonder geweest; doch Gij zijt mijn sterke Toevlucht. Laat mijn mond vervuld worden met Uw lof, de ganse dag met Uw heerlijkheid. Verwerp mij niet in de tijd des ouderdoms; verlaat mij niet, terwijl mijn kracht vergaat. […] O God, Gij hebt mij geleerd van mijn jeugd aan, en tot nog toe verkondig ik Uw wonderen.

Daarom ook, terwijl de ouderdom en grijsheid daar is, verlaat mij niet, o God, totdat ik dit geslacht verkondige Uw arm, allen nakomelingen Uw macht. Ook is Uw gerechtigheid, o God, tot in de hoogte; Gij, Die grote dingen gedaan hebt; o God, wie is U gelijk?

Psalm 71: 5-19

kruizen-zonsondergang

Dank U

'Dank U' voor de vergeving van onze zondenschuld in Christus

Loof de HEERE, mijn ziel, en al wat binnen in mij is, Zijn heilige Naam. Loof de HEERE, mijn ziel, en vergeet geen van Zijn weldaden; Die al uw ongerechtigheid vergeeft, Die al uw krankheden geneest; Die uw leven verlost van het verderf, Die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheden; […] Barmhartig en genadig is de HEERE, lankmoedig en groot van goedertierenheid. Hij zal niet altoos twisten, noch eeuwiglijk de toorn behouden. Hij doet ons niet naar onze zonden, en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden. Want zo hoog de hemel is boven de aarde, is Zijn goedertierenheid geweldig over degenen die Hem vrezen. Zo ver het oosten is van het westen, zo ver doet Hij onze overtredingen van ons. Gelijk zich een vader ontfermt over de kinderen, ontfermt Zich de HEERE over degenen die Hem vrezen. Want Hij weet wat maaksel wij zijn, gedachtig zijnde dat wij stof zijn. De dagen des mensen zijn als het gras; gelijk een bloem des velds, alzo bloeit hij. Als de wind daarover gegaan is, zo is zij niet meer, en haar plaats kent haar niet meer. Maar de goedertierenheid des HEEREN is van eeuwigheid en tot eeuwigheid over degenen die Hem vrezen, en Zijn gerechtigheid aan kindskinderen; Aan degenen die Zijn verbond houden, en die aan Zijn bevelen denken, om die te doen. De HEERE heeft Zijn troon in de hemelen bevestigd, en Zijn Koninkrijk heerst over alles. […] Looft de HEERE, al Zijn werken, aan alle plaatsen Zijner heerschappij. Loof de HEERE, mijn ziel.

Psalm 103: 1b-22

boomgaard

Dank U

'Dank U', Vader

Onze Vader, Die in de hemelen zijt, Uw Naam worde geheiligd.
Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op de aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood.
En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren.
En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.
Want Uw is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, in der eeuwigheid. 

Amen.

 

Het gebed ‘Het Onze Vader’ gaf Christus toen Hij op aarde rondwandelde. Het wordt ook wel het volmaakte gebed genoemd, omdat alle facetten genoemd worden van danken en bidden. In bij voorbeeld ‘Geef ons heden ons dagelijks brood’, zit ook alle arbeid om brood te kunnen kopen, alle groei van gewassen, etc. En door dit gebed als spiegel te houden voor al ons spreken (danken & bidden) tot onze Vader, komt al ons bidden (vragen) in het juiste perspectief te staan: ‘alles tot Zijn Eer!’

De Heere God zegene u in uw danken en bidden!